Anihilation schreef:Voor de liefhebber
I'm on a boat!
Een rode Scania T580 met een container vol gevaarlijke stoffen scheurde over de Franse snelwegen. Henk liep zoals gewoonlijk weer in zichzelf te foeteren met zijn heetgebakerde kop. "Betaal me verdorie blauw aan tol...Simon achterlaten...rotboot.. grmbl". En zo ging het een tijdje door terwijl de kilometers op de teller vlogen en de diesel net zo hard zijn tank uit. Een kleine 100 kilometer voor Calais hield Henk halt om zijn drankbak van een Scania vol te gooien en zichzelf van een broodje te voorzien. Gelijk maar even pauze pakken om dat stokbrood naar binnen te schuiven, anders gaat m'n tachograaf weer zagen, dacht hij bij zichzelf. Hij keek om zich heen en zag voornamelijk Renaults met tautliners, een enkele Volvo FH en een Scania die wel heel erg op die van een oude bekende leek. Toen hij echter het kenteken zag, kwam hij tot de conclusie dat het toch niet Jacob zou zijn. Jacob, dacht hij bij zichzelf, dat is ook een zot, nog zotter dan ik. Voor zover dat mogelijk is althans...
Hij schoof het kontje van zijn stokbrood achter zijn kiezen en startte de V8. Met een brul startte de achtcilinder en met ronkende motor en fluitende turbo vervolgde de rasechte Rotterdammer zijn weg. Kilometers trappen had hij altijd al gedaan en altijd met een enorme overgave. Trucken was zijn passie, zijn truck was zijn levenswerk en zoals een trucker betaamt was hij het liefst op de weg. Helaas kun je Engeland niet bereiken zonder een ander transportmiddel te gebruiken. Aangezien Henk een grotere hekel had aan treinen dan aan schepen, nam hij de boot van Calais naar Dover. Maar voor hij aan boord kon komen, moest hij eerst een robbertje knokken met de stewards van DFDS Seaways. Zijn boardingticket was immers verlopen maar hij had een document van de politie op zak die bevestigde dat hij door overmacht verlaat was. Het gaf geen garanties, echter was het wel een waardevol extra bewijsstuk in een poging om toch de boot op te kunnen.
"Spreekt er dan niemand op z'n minst Engels hier?", bromde Henk.
"Que dites-vous?", klonk het van de andere kant van het glas.
"Of je worst lust, stomme fransoos. Ik wil fatsoenlijk te woord gestaan worden, ik spreek jullie apentaal niet."
"Je ne comprends pas."
"Ik ook niet...". Henk stond weer op ontploffen en net voor hij weg wilde stampen werd hij in het Nederlands aangesproken. Henk haalde opgelucht adem, een van de stewards was een Nederlandse stagiair bij DFDS, die kon hem vast verder helpen. En ja hoor, na een hoop uitleggen en getoond medeleven van het personeel van DFDS voor zijn maatje Simon, die nog steeds in de kreukels in het ziekenhuis lag, reed hij zijn truck met lading de ferry op.
De ferry liners van DFDS Seaways waren niet zo luxe als de Stena Lines die tussen Hoek van Holland en Harwich voeren, maar ook aanboord van deze ferries was een speciale truckers lounge. Onder het genot van een ijskoud biertje stond Henk op het dek. Varen was zo slecht nog niet, misschien dat hij binnenvaartschipper zou kunnen worden. Vol weerzin verdrong hij die gedachte, verbaasd dat hij daar ooit aan had kunnen denken. Na een uitgebreid dinerbuffet trok hij zich terug in zijn hut. Hij had een groot, rond raam met uitzicht op de bakboordzijde van de ferry. De ondergaande zon kleurde het water feloranje en de schitteringen leken wel miljoenen diamanten. Hij voelde zich goed op zijn gemak. Na een warme douche kroop hij zijn bed in. Hij realiseerde zich plots hoe vermoeid hij was. Het duurde dan ook niet lang voordat hij in slaap viel, met zijn gedachten bij Simon, zich afvragend hoe lang zijn makker nog in het ziekenhuis moest blijven.